Uw zoekopdracht Uw zoekopdracht

Een dagje naar het strand


Het is grote vakantie. Een heerlijke tijd van alleen spelen en dingen doen waar je zin in hebt, ligt voor ons. Op een van die eindeloze dagen wordt verteld, dat als het morgen ook zulk mooi weer is, we naar het strand gaan. Ik word wakker met de zon en een strakblauwe lucht. Eerst wordt er ontbeten. Dan gaat mijn moeder het huis vlug aan kant maken en ik kan zo lang buiten spelen. Vroeger mocht er geen brood verkocht worden voor 10.00 uur. Tot die tijd moest er gewacht worden. Om vijf minuten voor tien uur krijg ik van mijn moeder een kwartje en ren ik naar de volharding in de Jan van Rodestraat. De Volharding is een kruidenierswinkel. Bij een aparte toonbank wordt het brood verkocht. Bram, de chef van de winkel, buigt zijn lange lijf over de toonbank en vraagt aan de jongejuffrouw of er nog wensen zijn. Een half melkwit, is het antwoord. Of de jongejuffrouw nog iets anders blieft? Neen dus. En met een half ongesneden brood ren ik weer naar huis.

Mijn moeder snijdt zelf de boterhammen en belegt ze met pindakaas of gewone kaas. Samen met de flessen melk, het badpak en de handdoeken en niet te vergeten de emmertjes en de schelpjes, gaat alles in een van de zijtassen van de fiets. Ik ging op de bagagedrager zitten en daar gingen we. Samen met twee andere moeders en hun kinder-en dwars door de stad naar het strand.
Daar aangekomen kleden we ons snel om en de moeders ontfermden zich over het voedsel. Zo werden de flessen melk altijd ingegraven. Deze kuiltjes werden regelmatig gekoeld met zeewater, want koelboxen waren er toen nog niet.

De drie moeders waakten over de kinderen en over de spullen. Om ongeveer vier uur gingen we moe en verbrand naar huis. Op de terugweg werd er altijd gestopt in de Voorthuizenstraat. Daar was een ijswinkel! Hier kregen de kinderen een ijsje. Deze traktatie was een fijne afsluiting van een heerlijke dag.

Lia Houtschild

Reacties: Geen berichten
De reageermogelijkheid is momenteel gesloten.